Wie maakt het verschil? Is dat de individuele leerkracht? Maakt het team het verschil? Of zijn deze vragen misschien minder relevant? Een betere vraag is alleszins of we bereid zijn het verschil te maken. Hoe krijgen we dat dan het best voor elkaar? Welke stappen zetten we bij voorkeur?

Hoogleraar Kris Van den Branden schreef onlangs in zijn blog dat de uitspraak “de leerkracht maakt het verschil” al jaren wordt misbegrepen. Waar Hargreaves (2012) dit al aangaf, maken Hargreaves en O’Connor (2018) duidelijk hoe we dit in de praktijk kunnen kantelen. Het kantelen gebeurt door het gericht inzetten van het sociaal kapitaal in en tussen scholen. De kracht en de kanteling ligt in de professionele samenwerking. Professionele samenwerking is de volgende, noodzakelijke en misschien wel grote stap in de verbetering van onderwijskwaliteit.

Indien we bereid zijn om gezamenlijk het verschil te maken, dan maken we van professionele samenwerking een leren voor iedereen. Beter worden we door het werken, leren van en met elkaar. Lerenden krijgen een voorbeeld, ervaren waartoe samenwerking bijdraagt en zijn sneller geneigd zelf de stap te zijn. Er zijn in het bouwen aan een positieve, vertrouwensvolle, doordachte en blijvende professionele samenwerking belangrijke fasen.

Om te komen tot een dieper professioneel samenwerken maken Hargreaves en O’Connor gebruik van 10 principes. Wij geven bij elk principe een tip om het beter in de praktijk te kunnen brengen.

Principe 1: Collectieve autonomie

Leraren hebben meer afhankelijkheid van elkaar en zijn minder afhankelijk van top-down.

Tip: organiseer (!) onderlinge afhankelijkheid.

Principe 2: Collectieve doeltreffendheid

De overtuiging dat we samen het verschil maken voor lerenden (leerlingen / studenten / cursisten) is belangrijk.

Tip: benoem samen geregeld wat het verschil maakt(e), vier dit samen.

Principe 3: Samenwerkend onderzoeken

Lerarenteam onderzoekt routinematig wat en hoe het beter kan, wat kan bijdragen tot de onderwijspraktijk; dit “onderzoeken” is veelvuldig aanwezig in de dagelijkse onderwijspraktijk.

Tip: maak gebruik van methodes als Lesson Study om het in de praktijk te brengen.

Principe 4: Collectieve verantwoordelijkheid

Er is een wederzijds gevoel van verantwoordelijkheid voor de groep lerenden (leerlingen / studenten / cursisten).

Tip: maak een (vast) team langer verantwoordelijk voor een groep lerenden

Principe 5: Collectief initiatief

Niet meer initiatieven, maar meer initiatieven die vanuit het team worden vorm gegeven.

Tip: eigenaarschap ligt bij het team; van ‘meer’ initiatieven naar ‘meer fundamentele’ keuzes in initiatieven.

Principe 6: Professionele dialoog

Er wordt ruimte gemaakt om in gesprek te gaan, gesprekken die gaan naar de kern van de opdracht.

Tip: hanteer rigoureus de principes van professionele dialoog.

Principe 7: Gezamenlijk werk

Alles wordt teruggebracht tot ‘samen er werk van maken’: dat gaat van planning, ontwerp, professionalisering…én nog meer.

Tip: alle stakeholders, leidinggevenden, ondersteuners… praten enkel in termen van team.

Principe 8: Gezamenlijk betekenisgevend

Leraren en personeel focussen zich op wat hen groei laat ervaren, wat voor hen en de maatschappij betekenisvol werk is.

Tip: geef enkel potentiële groei aandacht.

Principe 9: Samenwerking met lerenden

Samen met de lerenden (leerlingen/studenten/cursisten) bouwen we aan onderwijs(verandering).

Tip: betrek elke stakeholder van je school echt in de praktijk, ga duurzame relaties ermee aan.

Principe 10: Groter plaatje voor iedereen duidelijk

Het is voor iedereen duidelijk waar het over gaat, wat de horizon is en hoe we samen verantwoordelijk zijn.

Tip: bepaal samen principes, visualiseer die sterk én wijk er niet van af.

Steven