De tijd dat kwaliteit een zaak was van een coördinator en kwaliteitshandboek ligt ondertussen al een eindje in het verleden.
Het ontwikkelen van het Referentiekader Onderwijskwaliteit, ook wel het OK genoemd, heeft ertoe geleid dat onze onderwijskwaliteit écht “van ons” geworden is. Het OK schetst duidelijk waarmee scholen en centra aan de slag kunnen gaan om de eigen kwaliteit in kaart te brengen, vast te stellen waar de sterktes zitten en waar er ruimte is voor ontwikkeling.
We hoeven niet te wachten op een officiële, al dan niet verkorte, doorlichting om kritisch te kijken naar de impact van de beleidskeuzes op het leren van onze lerenden(*).
Met de “Walk” leggen we de verantwoordelijkheid van de kwaliteitsbewaking mee bij de rechtstreeks betrokkenen: enerzijds de leraren en anderzijds de lerenden.
Tijdens een “Walk” houden we leerwandelingen rond een bepaald thema dat een prominente plaats inneemt in de ontwikkeling van ons leerproces. Aan de hand van een vooraf zorgvuldig opgestelde kijkwijzer bezoeken we met een groepje leraren enkele, vaak random gekozen, lessen. Tijdens de lesbezoeken van zo’n 10 minuten bekijken we het leerlingengedrag, de opstelling van de klas en het leermateriaal. Aan het einde van een walk brengen we alle observaties tezamen, gaan we in dialoog, toetsen we de observaties af aan de eerder gemaakte afspraken met het team en trekken we conclusies. Dit alles wordt voorgelegd aan het beleidsteam en het ruime schoolteam: pluimen voor wat al goed gaat en een aanbeveling om de komende weken extra op in te zetten.
Na enkele weken herhalen we de leerwandeling om na te gaan welke groei we als team doorgemaakt hebben, om dit vervolgens opnieuw in de kijker te plaatsen en weerom een nieuwe stap te zetten.
Graag onderstrepen we enkele sterkhouders van deze methodiek:
- De kwaliteit van het leren staat centraal. We dwingen onszelf om te kijken naar wat onze lerenden “doen” tijdens de korte tijd die we in de klas/les doorbrengen. Welk gedrag stellen we vast wat ons doet vermoeden dat er sprake is van betrokkenheid op het leren? Welk leermateriaal is er voorhanden en op welke manier maken de lerenden er gebruik van?
- Er is sprake van triangulatie: observaties, documenten, korte gesprekken met de lerenden, dialoog.
- We gaan geen oordeel vellen over onze collega’s en hun lesgeven, wel conclusies trekken omtrent de kwaliteit die we over de verschillende lessen heen vaststellen. Daarbij hebben we uiteraard ook oog voor kwaliteitsontwikkeling.
- De walk is “van ons”: we gaan als team bij elkaar binnenwandelen. In deze methodiek geen externen, wat voor sommigen de veiligheid verhoogt.
- Naast het vaststellen van de kwaliteit, leren we ook nog van elkaar en over onszelf. Ons persoonlijk interpretatiekader (Kelchtermans, 1994) wordt -al dan niet bewust- in vraag gesteld. Door het voeren van een reflectieve dialoog wordt ons professioneel zelfverstaan en onze subjectieve onderwijstheorie bevraagd en bijgesteld.
Wil je meer weten?
Of sterker nog: wil je dit ook in jouw school, centrum of opleiding? Neem contact op: heidi@leren.vlaanderen.
(*) àlle leerlingen, studenten, cursisten: gaande van kleuters tot volwassen leerders.