Wanneer het over feedback gaat, durft het al eens te zoemen in de leraarskamer. Leraren ervaren het geven van feedback al eens als bijkomende taaklast. De druk van bewijslast lijkt de voordelen van (goede) feedback onder te laten sneeuwen. Toch kunnen we – gesteund door onderzoek – niet anders stellen dan dat feedback een zeer sterke, gerichte leerinterventie kan zijn.
Een aantal misconcepties over feedback zijn er wel:
- feedback is een terugkoppeling van waardering, compliment
- feedback geef je
- feedback is de individuele verantwoordelijkheid van de leraar
- …
Meer en meer mensen zijn het eens met de meer recente definitie van Carless (2020):
Feedback is een geheel van processen waardoor leerlingen prestatie-relevante informatie genereren en gebruiken om hun werk of leerstrategieën te verbeteren
Deze definitie tackelt meteen één voor één de misconcepties. In feedback gaat het niet over complimenten geven. Het gaat over het uitlokken van waardevolle informatie in het leerontwikkelproces van leerlingen. Dit gebeurt op een opbouwende, procesmatige manier, waarbij de lerenden niet als ontvangers worden aanschouwd, dan wel als actoren. Leerlingen worden niet enkel verondersteld, dan wel geactiveerd, om met de feedback aan de slag te gaan.
‘Wat doen leerlingen met al mijn feedback?’ is niet enkel een vaak gehoorde verzuchting, het is ook een realistisch pijnpunt in ons onderwijs. De betrokkenheid van leerlingen in feedbackprocessen (b)lijkt laag. Feedbackgeletterdheid (Carless & Winstone, 2020) biedt hierin houvast.
Feedbackgeletterdheid is het geheel van inzichten, vaardigheden en strategieën, nodig om informatie te begrijpen en aan te wenden om werk en leerstrategieën te verbeteren.
Feedbackgeletterdheid vraagt – zoals veel zaken in onderwijs – om ontwikkeling. Daarbij zijn er verwachtingen zowel voor de leraar als voor de leerling. Op de flashcards hebben we dat ingedeeld in: leer-krachtperspectief en leer-lingperspectief (voor de aandachtige lezers: we maakten bewust een taalfout).
Vanuit het leer-krachtperspectief (bovenste flashcard op onze poster) zien we een taak weggelegd om na te denken welke activiteit voor leerlingen er wordt ontworpen om met de feedback aan de slag te gaan. Daarbij sluit aan dat de leraar de leerling(en) kent. Bovendien is er het leerkrachtgedrag – hoe ermee omgaan – in de praktijk. Dit alles draagt bij tot de feedbackgeletterdheid van leerlingen.
Vanuit het leer-lingperspectief (onderste flashcard op onze poster) zien we een waarderende houding ten aanzien van de feedback. Daarvoor is begrip van de feedback en het belang van de feedback door de leerling een voorwaarde. Leerlingen kunnen dan de feedback naar waarde inschatten en effecten ervan beheren. Feedback dient “enkel” het doel van actie ondernemen. Leerlingen ervaren leren, sturen bij in hun leren, groeien in hun leren…
Feedbackgeletterdheid is dus niet zomaar een begrip. Tijdens de les zit een groot deel van het leren in de symbiose van de feedbackgeletterdheid van leraren en leerlingen.