In een vorige blog hebben we het al even gehad over het verschil tussen zelfregulatie, zelfsturing en zelfstudie. Er blijkt immers dat heel wat begrippen door elkaar worden aangewend, wat zorgt voor misinterpretaties door en in de praktijk. Eén van die misinterpretaties is dat metacognitie en zelfregulatie door de leerlingen zelf of zelfsturend wordt opgebouwd.
Metacognitie en zelfregulatie zijn verwante begrippen. Echter metacognitie duidt op het nadenken over leren, op een bewustzijn van sterke en zwakke punten omtrent het eigen leren én het gebruik van bepaalde leerstrategieën. Zelfregulatie duidt dan weer op een soortement van zelfsturing o.a. van metacognitie.
Zimmerman (2010) geeft een beschrijving van succesvolle zelfregulerende lerenden:
Deze lerenden zijn proactief in hun inspanningen om te leren, omdat ze zich bewust zijn van hun sterke punten en beperkingen en omdat ze zich laten leiden door persoonlijk vastgestelde doelen en taakgerelateerde strategieën. Deze leerlingen volgen hun gedrag in termen van hun doelen en reflecteren zelf over hun toenemende effectiviteit. Dit vergroot hun zelfgenoegzaamheid en motivatie om hun methodes van leren te blijven verbeteren.
Wil jij dus als lerende handelingsbekwaam zijn met betrekking tot metacognitie en zelfregulatie, dan is het goed dat we van de onderwijspraktijk een en ander verwachten. Metacognitie en zelfregulatie valt immers te leren; elke lerende kan er in groeien. Dat is dus goed nieuws, alleen dient die groei actief én gradueel gestimuleerd te worden.
Het EEF (Education Endowment Foundation) schreef omtrent metacognitie en zelfregulerend leren een rapport met aanbevelingen. Dit rapport is de insteek van bovenstaande poster. Kortweg kunnen we stellen dat in de aanbevelingen alle actoren vertegenwoordigd zijn. Zowel van de leerlingen, als van de leerkrachten, als van de leidinggevenden wordt een inspanning verwacht willen we metacognitie en zelfregulatie bij lerenden duurzaam ingang doen vinden.
De 7 aanbevelingen zijn:
- Leraren bouwen actief kennis op met betrekking tot metacognitie en zelfregulatie;
- Leerlingen gaan expliciet met metacognitieve strategieën aan de slag;
- Leraren staan model voor hun leerlingen;
- Leerlingen krijgen passende uitdaging zodat ze gepast kunnen ontwikkelen;
- In de klas/school is de ‘ruimte’ voor dialoog omtrent metacognitie en zelfregulatie;
- Leerlingen worden expliciet ondersteund in hun metacognitieve ontwikkeling;
- Op school wordt een actief beleid gevoerd met betrekking tot metacognitie en zelfregulatie.
De aandachte lezer van deze blog merkt aan de aanbevelingen dat er in onderwijs nog stenen dienen verlegd te worden. Dat is op zich goed nieuws, er liggen immers heel wat kansen om verdere schoolontwikkeling actief vast te pakken.