Over eindtermen is er al heel wat inkt gevloeid. Eindtermen zijn dan ook een hoeksteen van ons onderwijssysteem. De overheid legt die voor elk onderwijsniveau apart vast. Eindtermen zijn minimumdoelen; ze bevatten kennis, vaardigheden en attitudes. Deze doelen moeten door leerlingen bereikt worden.
Deze minimumdoelen krijgen een plek in het aanbod van de school, de school kan die met extra doelstellingen en inhouden aanvullen en zorgt op die manier voor een studieprogramma. Het studieprogramma of curriculum kent een consistente samenhang en is gebaseerd op een heldere, schoolspecifieke onderwijsvisie. Er is afstemming tussen studieprogramma, het lesgeven en de evaluatie.
Afstemming is een nog sterkere voorspeller van leerlingprestaties op gestandaardiseerde tests dan sociaal-economische effect, geslacht, ras en leerkrachteffect (Elmore & Rothman, 1999).
De ontwikkeling van het curriculum is in handen van het schoolteam. Het curriculum heeft eigenlijk 3 dimensies.
- De eerste dimensie is de dimensie van de standaard, m.n. het ontwikkelde curriculum. Dat kan omschreven worden als wat ontwikkeld en afgesproken is. Het omvat een aantal kritische verwachtingen. Minimaal zijn dat de vastgelegde eindtermen.
- De tweede dimensie is de dimensie van de klaspraktijk, m.n. het geïmplementeerd curriculum. Dat kan omschreven worden als hoe het curriculum wordt uitgerold in de klaspraktijk. Het leidinggevend team en het lerarenteam geven het ontwikkelde curriculum doorheen het schooljaar vorm. Daarbij kijken we naar de uitvoering ervan. Het omschrijft essentiële uitkomsten, bevat relevante informatie en ontwikkelt het begrip.
- De derde dimensie is de dimensie van het geleerde, m.n. het bereikt curriculum. Dat kan omschreven worden als de beoordeling hoe goed de leerlingen de verschillende doelen in het curriculum hebben bereikt. Daarbij denken we spontaan aan formatieve en summatieve evaluaties.
De klemtoon ligt op de ontwikkeling van een curriculum. Zo’n samenhangend curriculum vergt nogal wat van een schoolteam. Het ‘ontwikkeld curriculum’ is geen synoniem voor het ‘bereikt curriculum’, daartussen is best een (leer)kloof te overbruggen. Takahashi (2021) voegt er een extra dimensie aan toe: het potentiële curriculum. Vooraleer het curriculum tot op de klasvloer komt, zijn er afwegingen nodig. Deze afwegingen vinden plaats in de periode tussen de zoektocht in alle ontwikkelde materialen, de keuze van materialen en de expliciete uitvoering ervan.
In een vorige blog beschreven we hoe Lesson Study bijdraagt aan professionele ontwikkeling. Lesson Study is ook absoluut helpend in de ontwikkeling van het curriculum (zie bovenstaande visual).
- Met Lesson Study ga je als team zoveel mogelijk materialen verzamelen. Daarbij denken we aan uitgebreid pallet: te bereiken eindtermen, inhoudelijk lesmateriaal, didactische principes, vormen van evaluatie…
- Het Lesson Study-team wisselt actief gevonden materiaal uit en dialogeert over potentiële sterktes ervan.
- Het Lesson Study-team analyseert het school/klas-eigen leerlingenpubliek grondig.
- Op basis van bovenstaande elementen ontwikkelt het Lesson Study-team een sterk onderwijsconcept (les, lessenreeks).
- Dit onderwijsconcept wordt effectief ook in de praktijk uitgevoerd waarbij het team bewust observeert wat de impact van het concept is op het leerlingenpubliek. Die observatie wordt ook bewust afgetoetst.
- Als laatste stap gaat het Lesson Study-team samen de ontwikkeling en uitvoering grondig analyseren. Daarbij ligt de observatie en de aftoetsing ervan aan de basis. Het team dialogeert, reflecteert en stuurt bij.
- Een tweede maal het – ditmaal bijgestuurd – onderwijsconcept in de praktijk brengen zorgt potentieel voor nog meer kans tot verdieping. Stappen 5 en 6 worden daarin herhaald.
- Tot slot is er de eindreflectie, het vastzetten van de leeropbrengsten én het delen van deze leeropbrengsten met het volledige schoolteam.
Een Lesson Study-cyclus is bijzonder interessant om de ontwikkeling van het curriculum te verfijnen. Bij het samen zoeken en ontwikkelen van goed, ondersteunend materiaal maak je afwegingen voor de schooleigen klaspraktijk en obsveer je onmiddellijk het effect van de afwegingen in die lespraktijk. Je krijgt hierdoor waardevolle, hands on informatie van de impact van het ontwikkelde en uitgevoerde curriculum op het leren van je leerlingen. Krachtiger werken aan de uitbouw van het bereikte curriculum kan niet.
Steven