Leiderschap in onderwijs trekt meer en meer de aandacht. Grissom, Egalite & Lindsay (2021) brachten onlangs nog een onderzoek uit waaruit o.a. bleek hoe schoolleiders (directies) van invloed zijn op de leerlingprestaties. Effectieve schoolleiders kunnen leerlingen voor lezen en rekenen tot 3 maand leerwinst opbrengen. Verder zegt het onderzoek dat het belang van effectieve schoolleiders in voorbije onderzoeken vaak onderbelicht bleef. Leiderschap in onderwijs mogen we met andere woorden niet onderschatten. Het vormt dan ook een van de fundamenten van de onderwijsorganisatie (Van Acker & Demaertelaere, 2014).
Toch is er iets opmerkelijk aan de hand als het om leiderschap gaat, dan wordt spontaan gedacht aan dé directie. In Vlaamse scholen is dat vaak 1 persoon. Leiderschap lijkt op die manier nog steeds op een individuele aangelegenheid, waarbij vertrokken wordt vanuit een formeel standpunt. Echter wil je als onderwijsorganisatie leren, wil je als onderwijsorganisatie duurzaam groeien, dan is de school en wat daar gebeurt een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het is aan te raden dat iedereen meewerkt aan een schoolomgeving waar iedereen invloed kan en mag uitoefenen. Zo belanden we in een organisatievorm met gedeeld of gespreid leiderschap.
Gedeeld leiderschap is een proces van invloed uitoefenen op individuele en collectieve inspanningen om gedeelde doelen te bereiken (Yukl, 2012). Het vindt zijn oorsprong en de meest concrete toepassing in teamwerk (Marichal & Wouters, 2018). Dat leiderschap blijft daar niet bij 1 formele persoon, alle teamleden nemen leiderschap op, op voet van gelijkheid. M.a.w. ook leraren nemen leiderschap op. Hoe dan?
Het onderzoek van Snoeck, Hulsbos & Andersen (2019) gaat over het versterken van leiderschap van leraren. Leiderschap van leraren is een proces waarbij leraren op basis van expertise en affiniteit invloed uitoefenen op collega’s, schoolleiders en andere actoren binnen en buiten de school. De invloed overstijgt het klaslokaal.
Zoals in de visual duidelijk is, valt daar heel wat te rapen. Sterk leiderschap van leraren heeft invloed op het individuele niveau van de leraar, ook op schoolniveau, bovendien op leerlingniveau en zelfs op bovenschools niveau. We durven zelfs spreken dat het een boost geeft op aan al die niveaus. Uit de vaak kwalitatieve onderzoeken blijkt leiderschap van leraren te leiden tot onder andere een hogere motivatie bij leraren en een grotere ontwikkelbereidheid. Op schoolniveau zijn onder meer betere samenwerking vast te stellen en is er sprake van een (h)echte schoolcultuur. Dat straalt af op onder meer de leerlingen, die op hun beurt een hogere motivatie ervaren en die hun prestaties navenant zien verbeteren. Tenslotte zien we op schoolniveau meer ouderbetrokkenheid en bijvoorbeeld een grotere kennisontwikkeling. Stuk voor stuk zijn dit elementen waar elke schoolorganisatie en elk lid in die schoolorganisatie blij van wordt.
Dat leiderschap van leraren kan zowel informeel als formeel, zowel individueel als collectief vormgegeven worden. Zo kan dat vorm krijgen bij initiators: individuele leraren die in hun school of team (grote) informele invloed hebben. Of in een informele cultuur kunnen leraren wisselend invloed uitoefenen op basis van expertise en affiniteit. In formele rol zijn dat leraren die een bepaalde positie in de school innemen of waar een groep (team, werkgroep…) deze rol vervult.
Daarbij is uit het onderzoek van Snoek, Hulsbos & Andersen (2019) belangrijk om mee te geven dat ‘hoe scherper het leiderschap van leraren gekoppeld is aan posities, hoe kleiner het beroep dat gedaan wordt op andere leraren en hoe groter het risico op tweedeling tussen leiders die zich erkend voelen en volgers die zich buitengesloten voelen‘. Leraren voelen immers aan dat hun bijdrage aan schoolontwikkeling meer bepaald wordt door hun positie dan door de ambitie én kwaliteiten die ze hebben. Daarom is het sterk aan te raden van leiderschap iets collectiefs te maken, een collectieve verantwoordelijkheid die appel doet op elke leraar en de opdracht is van elke leraar. Het creëren van dergelijke scholen is zowel de taak van directies als van leraren.
Het is daarom goed om na te denken over doorgedreven teamwerking, waarbij we loskomen van formele functies, maar denken in verschillende rollen die binnen elk team moeten worden vastgepakt. Daarvoor heb je nodig:
- Duidelijke, gezamenlijke visie
- Duidelijke en uitgesproken ambities
- Duidelijke rollen en uitgesproken verwachtingen omtrent die rollen
- Gezamenlijk opgestelde afspraken en regels
- Duidelijk oog voor persoonlijke relaties